zondag 31 maart 2013

Melk en kanker (Engels)




In dit interessante artikel kun je lezen hoe het drinken van melk hormoon-gerelateerde kanker kan veroorzaken.

Signalen en symptomen: Bijnierinsufficientie vs. onderfuctionerende schildklier

Signalen en symptomen: Bijnierinsufficientie vs. onderfuctionerende schildklier
Verklaring: - in ‘t alg. afwezig; +mogelijk aanwezig; ++ vaak aanwezig;
+++ altijd of bijna altijd aanwezig
Signalen en symptomen
Bijnier
Gemengd
Schildklier


Lichaamstype
Mager, kan niet aankomen
Gemakkelijk aankomen, eerst op buik en heupen, heel moeilijk kwijt te raken

Gewichtstoename, over het hele lichaam, extreem moeilijk te verliezen


Vorm gezicht
Verzonken ogen, wangen in ernstige gevallen

Normaal
Vol, opgeblazen rond de ogen 


Wenkbrauwen
Tendens naar vol 
Normaal tot dun 
Heel dun, buitenste 1/3 tot 1/2 


Weefsel rondom de ogen
Verzonken, mogelijk met donkere kringen

Normaal of wat “zakken” onder de ogen
Opgeblazen ronde de ogen, vaak wallen onder de ogen


Kleur van het gezicht
Tendens tot bleek zien, in ’t bijzonder rond de mond.
Bij donkere huid, donkerder rond de mond, voorhoofd en zijkanten van het gezicht
Bleek zien rond de mond (meer zichtbaar bij lichte huid)


Roodachtig aspect, inclusief rond de mond



Haar kwaliteit
Dun en springerig. Kan stro-achtig of stijler worden. Droog. Valt gemakkelijk uit. Weinig op onderarmen of onderbenen
 Tendens om dunner te worden 
Tendens om stug, dun te worden, kan golvend of krullend (zelden) worden of van kleur veranderen



Nagels
Dun en breekbaar 
Breken gemakkelijk 
Kunnen dik zijn 


Huidkwaliteit
Droog, dun, vingerprints zijn vaak uitgevlakt of plat/glanzend en kunnen rimpels in de lengte vertonen ( waarschijnlijke oorzaak is laag collagen level)
Kan dun zijn, droog , kwetsbaar en slechte genezing vertonen.
Slechte genezing, kwetsbaar. De dikte is normaal(niet dun)


Pigmentverdeling
Vitiligo (witte vlekken of plekken) in een laat stadium. Bruint soms te gemakkelijk, donkerder op het voorhoofd en de zijkanten van het gezicht, rond de mond en kin/kaak.
Mildere versie van vitiligo (kleine witte plekjes op de armen en/of benen) en donkerdere plekken bij een donkere huid 
In puur hypothyreoïdie zijn vitiligo en hyperpigmentatie erg zeldzaam


Kwaliteit van verbindingsweefsels (ligamenten, pezen, huid, haar en nagels)
Wijde ligamenten of flexible (bijv. platte voeten, ongebruikelijk flexibele gewrichten).
Gewrichtsletsels komen veelvuldig voor

Variërend

Weinig flexibel 


Vocht/afscheiding
Droge huid. Kan geen water vasthouden
Gemengd, bijv. een droog lichaam en een vettig gezicht
Goede afscheiding. Huis kan vettig zijn. Tendens tot vocht vasthouden.


Lichtgevoeligheid of nachtblindheid
++ 


Na-beelden (bijv. het langer blijven zien van een voorbij bewegend fel licht of een flash licht dan anderen)
++ 
+/- 


Typische pijnen
Hoofdpijnen, migraines, spierpijn, carpaal tunnel.
Spierpijn, carpaal tunnel.
Af en toe gewrichtspijn, spierpijn, pijn in de voeten/onderbenen.


Temperatuur patroon (zie Metabolic Temperature Graph)
Thermale kameleon
(heet als het warm is en koud als het koud is). Slechte thermo-regulatie.
Tendens tot lage lichaamstemperatuur rond de 37 graden Celsius of lager.
Wisselend patroon.
Fluctuerend patroon, meestal rond de 37 graden Celsius maar kan ook lager zijn.
Stabiel, niet schommelend patroon, het gemiddelde kan liggen tussen 34 graden tot een beetje onder de 37.


Intolerantie voor koude
+++ 
++ 
+/- 


Intolerantie voor hitte
++ 
+++ 


Koude handen/voeten
+++ 
Gebeurt vaak 


Warme handen /voeten (ondanks een lage lichaamstemperatuur).
Gebeurt af en toe 
++ 


Zweten
Kan overvloedig zijn in een vroeg stadium. In een laat stadium weinig zweten.
Kan normaal lijken. 
Normaal tot toegenomen, meer vettig dan “nat”.


Algemeen reageren:
Emotioneel, pysiologisch, etc.
Overreageren (hyper) 
Gematigd
Onderreageren (hypo) 


Immuun functie
Tendens tot over-reageren resulteert in allergieën, overgevoeligheden, auto-immuun problemen
Gemengd
Tendens tot onder-reageren resulteert in infecties (sinus, blaas,  darm, huid, etc.)


Geschiedenis van EBV of Mononucleosis
+++ 
++ 
+/- 


Gevoeligheid voor medicaties, supplementen etc. Heeft lage doseringen nodig
++ 


Intuïtief. Pikt gemakkelijk de gevoelens op van anderen( bijv. in winkels en op feestjes)
++ 
+/- 


Persoonlijkheidstendens:
Humor
+/- 
++ 


Persoonlijkheidstendens:
Serieus
++/+++ 
++ 
+/- 


Depressie
++ 
+++ 


Ongerustheid, paniekaanvallen, bezorgdheid, gevoelens van een op handen zijnde catastrofe (elke combinatie ) “Ik dacht dat ik doodging…”
+++ 
++ 


Obsessief compulsief
++ 
+/- 


Snel schrikken
++ 


Bestendigheid tegen veranderingen/stress
Slecht
Slecht tot matig 
Matig


Slaappatronen
Tendens voor meerdere: slapeloosheid, licht slapen, wakker worden om 2-4 uur a.m., niet verkwikkende slaap
Kan wel of geen slaapstoornis hebben
Tendens voor een of meerdere: slapeloosheid, narcolepsie, slaap apnea, niet verkwikkende slaap


Mentale kwaliteiten
Kan slecht focussen, niet helder, slecht kunnen concentreren, slecht korttermijn geheugen, “brainfog”
Kan slecht focussen, niet helder, slecht kunnen concentreren, slecht korttermijn geheugen  
Kan slecht focussen, niet helder, slecht kunnen concentreren, slecht korttermijn geheugen, “langzaam denken”


Energiepatroon
Klachten van vermoeidheid of uitputting, “opgewonden en moe”, kan niet doorzetten, lage motivatie
 Gevarieerde energie die goed of slecht kan zijn
Vermoeidheidsklachten, traag, weinig motivatie.


Tolerantie voor oefenen
Veroorzaakt vermoeidheid, kan niet volharden. In ernstige gevallen gaat de lichaamstemperatuur naar beneden
Afwisselend
Kan niet veel oefenen. Wordt snel moe.


Zwelling, zonder putjes in de onderbenen
+/- 


Het is moeilijk om stil te staan of het veroorzaakt ongemak. Wandelen is gemakkelijker
+/- 


Fibromyalgie/CVS
++ 
++ 
++ 


Orthostatische hypotensie (licht in het hoofd wanneer men opstaat uit een liggende positie en soms zelfs uit zittende positie
++ 
+/- 


Bloeddruk
Vaak laag, bijv. 80/50 aan de laagste kant en 110/70 aan de hoge kant
Kan laag tot normal of hoog zijn 
Varieert van normaal tot zeer hoog en wordt slecht door medicijnen onder de duim gehouden


Hartkloppingen ( “het voelt alsof mijn hart uit mijn borstkas wilde springen”)

++ 
+/- 


Mitralisklepruis of prolaps
++ 
+/- 


Dieetgewoontes
Neigt vaak naar vegetarisch of vermijdt bepaalde voedingsmiddelen 
Heeft vaak minder neiging tot restricties in het dieet dan het pure bijnier-type 
Eet vaak alles


Spijsvertering
Heeft vaak moeilijkheden om vlees te verteren of andere eiwitten. Sommige voedingsmiddelen veroorzaken problemen
Kan normaal zijn of moeilijkheden met enkele voedingsmiddelen 
Slecht, maar men denkt vaak dat het goed is 


Darmfunctie
Tendens voor IBS of hyperactief, passagetijd kan te snel zijn (voedsel verlaat te snel de maag en veroorzaakt zodoende een slechte (enzymatisch) vertering
Slecht/variërend 
Tendens tot obstipatie, hypoactief, langzame passagetijd(voedsel verlaat de maag te langzaam) en slechte mechanische vertering


Slechte absorptie
+++ 
++ 


Cravings
Snoep, koolhydraten, zout (iedere combinatie) zwarte drop
Gevarieerd
Vetten 


Bloedsuiker  (Hypoglycemie = laag bloedsuiker. Hyperglycemie = verhoogd bloedsuiker)
Tendens tot hypoglycemie. Kan kleine maaltijden nodig hebben om niet in te storten
Kan variëren van milde hypoglycemie tot hyperglycemie
Normaal tot hyperglycemie


Problemen met de menstruatie en/of onvruchtbaarheid (vrouwen)
++ 
+/- 




Typische bloeduitslagen

Bloedtesten
Bijnieren 
Gemengd beeld
Schildklier


Chem: Totaal cholesterol 
Normaal gesproken laag tot laag normaal (bijv. onder 160)
Gemengd: Kan laag zijn, in het midden of hoog
Meestal hoog en heel moeilijk naar beneden te krijgen


Chem: HDL (het “goede cholesterol”) 
Heeft de tendens relatief hoog te zijn 
Gemengd: kan hoog, laag of middelmatig zijn
Heeft de tendens relatief laag te zijn


Chem: Cholesterol/HDL ratio 
Meestal 3.0 of minder
Kan hoog, laag of middelmatig zijn 
Meestal meer dan 3.5


Chem: Serum Potassium 
Tendens naar hoog normaal (meestal 4.0 of hoger)

Tendens om lager dan 4.0 te zijn


Chem: Serum Sodium 
Tendens naar laag normaal (meestal 140 of lager)

Tendens om hoger dan 140 te zijn 


Chem: DHEAS 
Laag tot laag normaal 




Chem: Testosteron 
Tendens laag tot laag normaal te zijn




CBC: WBC  
Tendens om laag normaal te zijn 
Narmaal tot laag normaal 
Vaak in de middel normaal range  


CBC: Bloedplaatjes
Tendens naar laag normaal
Normaal tot laag normaal 
Normaal tot hoog normaal


CBC: MCV (mean corpuscular volume) 
Vaak 93 of hoger Regelmatig vitamine B12 gebruik kan dit stabiliseren 
Tendens om hoog of hoog normaal te zijn Regelmatig vitamine B12 gebruik kan dit stabiliseren 
Meestal niet verhoogd


CBC: RDW  (reticulocyte distribution of width) 
Normaal hoog tot hoog normaal
Normaal hoog tot hoog normaal
Normaal hoog tot hoog normaal


Bloed type 
Meestal bloedgroep A

Meestal bloedgroep O


Bloedplaatjes 
Meestal onder 200 
Meestal onder 300 
Meestal boven 300 



  Aantekeningen bij bovenstaande tabellen:
1.    Door mijn werken met schildklier en bijnierdisfunctie ben ik tot de conclusie gekomen dat de meeste mensen met een lage lichaamstemperatuur een mix hebben van symptomen van een trage schildklier en trage bijnieren. Dit wordt ook wel genoemd het Syndroom van Wilson. (Niet te verwisselen met de ziekte van Wilson) Rond 1990 identificeerde Dr. Tennis Wilson een conditie waarbij schildkliertesten binnen de normale waarden liggen maar patiënten hebben lage lichaamstemperatuur en vele andere symptomen die hypothyroxefdie suggereren. Hij noemde dit Wilson’s syndroom en ontwikkelde een therapie die veel lijders helpt. Zijn pionierswerk adviseert heel wijs het gebruik van “slow release” T3 in tegenstelling tot de “quick release”.
Ik (Dr. Rind) heb gezien dat T3 therapie veel effectiever is wanneer de bijnieren tegelijkertijd ondersteund worden. Wanneer T3 noodzakelijk is, ontstaan er minder ongewenste bijwerkingen wanneer er lagere hoeveelheden T3 gebruikt worden samen met bijniersupport.

1.    Bleekheid van het gelaat: Een bleke kleur, in het bijzonder rondom de mond. Dit is het gemakkelijkst te zien in individuen met een blanke huid. In mensen met een olijfkleurige huid is het veel moeilijker te zien. In mensen van Afrikaanse afkomst  zie je vaak een donkere pigmentatie rond de mond, Symmetrisch in gebieden van het gezicht of de zijkanten van de nek Een vaak over het voorhoofd. Omdat rimpels in de bleke zone blijven kun je kunstmatige rimpels maken door de lippen samen te trekken. Hun locatie identificeert dan de bleke zone. Deze techniek is in het bijzonder van belang bij mensen met een donkere huid. Het is gemakkelijker om het in vrouwen te zien dan in mannen (vanwege het baardhaar dat het moeilijk maakt de kleuren te identificeren. Zij maken ook de huid dikker waardoor zij minder snel rimpels vormt).
2.    Intuïftie is een interessante eigenschap van vroege bijniervermoeidheid. Naarmate de vermoeide bijnieren later in het leven ontstaan  wordt het steeds minder aannemelijk dat men spontaan deze kwaliteit zal ontwikkelen. Mensen die vroeg in hun leven vermoeide bijnieren ontwikkelen worden vaak beschreven als empathisch en zij zullen hun vrienden vertellen (niet hun dokter) dat ze gevoelens van anderen kunnen oppikken. Ze lijden vaak door hun hoge gevoeligheid en zijn altijd op zoek naar nieuw manieren om vaste grond onder de voeten te krijgen. Dit probleem lost meestal op door eenvoudigweg de bijnieren te steunen en ze weer normaal aan het werk te krijgen. Slechte werking van de bijnieren is niet noodzakelijk voor de ontwikkeling van de intuïtie. Het sterken van de bijnieren maakt de intuïtie niet zwakker als het eenmaal aanwezig is. Mensen die later in hun leven vermoeide bijnieren ontwikkelen (bijv. door hoge stress, virussen etc.) claimen meestal niet intuïtief te zijn.
Spirituele oriëntatie komt vaker voor bij personen met vroege bijnierinsufficiëntie. Dit wordt minder vaak gezien bij mensen die pas later in hun leven vermoeide bijnieren ontwikkelen en bij mensen met sterke, gezonde bijnieren. Er lijkt een verschil in persoonlijkheid (archetype) te zijn tussen mensen met sterke bijnieren en mensen met zwakke bijnieren. 
3.  Mitraalklepproblemen lijken meer vrouwen met bijnierinsufficiëntie te treffen dan anderen. De proporties van het lichaam zijn vaak kleiner boven, zwaarder onder waar gewichtstoename, als die er al is, plaatsvindt. De tendens tot klepproblemen zou verband kunnen hebben met de kwaliteit van de verbindingsweefsels omdat het dikwijls verbetert wanneer de verbindingsweefsels ondersteund worden. Haagdoorn- of meidoornbes (hawthorn berry) kan helpen. Mensen met puur hypothyreoxefdie lijken geen hogere tendens te hebben voor hartklepproblemen in vergelijking met de rest van de bevolking.
4.    Mensen met bijnierinsufficiëntie verteren vlees vaak slecht vanwege de lage zuurgraad in de maag. Ze denken vaak dat ze een hoge zuurgraad hebben omdat regelmatig last hebben van brandend maagzuur of brandend maagzuur met spijsverteringsenzymen die spijsverteringszuur bevatten. Het probleem is meestal niet inadequate maagzuurproductie maar minder adequate bescherming tegen maagzuur. Het kan helpen om op een specifiek soort licorice te kauwen of te zuigen (DGL of slippery elm=binnenbast van de olm). Zuig of kauw er ongeveer een half uurtje voor de maaltijd op. Het bevordert meer afscheiding van de beschermende maagslijmlaag. Dit helpt irritatie van de maag door zuren voorkomen.
5.     Bij bijnierinsufficiëntie is totaal cholesterol vaak laag tot laag-normaal terwijl HDL vaak hoog-normaal tot  hoog is. In hypothyreoxefdie is het omgekeerde vaak het geval met een hoog-normaal tot hoog cholesterol en een normal-laag HDL.
6.    Bij laag metabolische energie door lage bijnierfunctie wordt vaak gezien dat WBC( witte bloedcellen die de frontlinie soldaten zijn tegen infectie) en bloedplaatjes(die werken om de stollingsresponse op de plaats van vasculaire beschadiging tot stand te brengen) laag zijn in relatie tot optimaal. Meestal zijn de WBC onder de 6 en de bloedplaatjes onder de 210.
7.    De grootte van de rode bloedcellen neemt toe naarmate het tekort aan vit B12 toeneemt. Mensen met een slechte verering/absorptie hebben vaak een laag vit. B12 dus ze hebben vaak grotere rode bloedcellen. MCV is daarom vaak hoog normaal tot hoog. Dit komt vaker voor bij vermoeide bijnieren. Omdat deze mensen vaak minder vlees eten en het vaak slecht verteren als ze het eten. In het algemeen is er ook een slechte absorptie.
8.    RDW meet de verspreiding of gevarieerdheid van de jonge rode bloedcellen. Mensen met een stabiele gezondheid hebben vaak weinig verschil in de grootte van de cellen. Een onstabiele of slechte gezondheidssituatie komt vaak tot uiting in een hoger gevarieerdheid in de grootte van de cellen.